Temporele flexibiliteit biedt win-winkansen voor werknemers én werkgevers

2010 – Hoe lossen bedrijven vragen naar temporele flexibiliteit van hun werknemers concreet op en wat hebben zij daarbij te winnen? De Stichting Innovatie & Arbeid – een kenniscentrum bij de SERV – onderzocht aan de hand van acht gevalsstudies in Vlaamse bedrijven welke behoeften werknemers hebben om werk en privé beter in balans te brengen en hoe werkgevers daarop inspelen. Zo blijkt dat werkgevers vaak creatief omgaan met deze vragen naar extra vrije tijd of vrije tijd op specifieke momenten en er tegelijk zélf hun voordeel uithalen.

Onderzoeksmethodiek

De Stichting Innovatie & Arbeid onderzocht in uiteenlopende sectoren zoals schoonmaak, distributie, detailhandel, communicatie, onderhouds- en comfortproducten, transport en autobouw hoe werkgevers en werknemers omgaan met temporele flexibiliteit. Het gaat zowel om kleine als grote bedrijven. De gegevensverzameling gebeurde via interviews met alle betrokkenen: de werkgevers zelf of de personeelsverantwoordelijken, de werknemers en de vakbondsafgevaardigden. De voorbeelden in de acht gevalsstudies zijn altijd oplossingen die op bedrijfsniveau uitgewerkt zijn. Ze kunnen andere bedrijven inspireren om vragen naar temporele flexibiliteit om te zetten in win-win situaties.

Werknemers vragen…

Ondanks de slechte sociaaleconomische toestand zijn steeds meer werknemers vragende partij om minder of flexibeler te werken en zo evenwicht te brengen in de balans tussen werk en privé. Vooral vrouwen, maar ook jongeren en ouderen willen aangepaste werktijden om werk en gezin, bijberoep, hobby of reizen vlot te combineren. Ze vragen dus oplossingen zoals glijdende werkuren, samendrukken van de werktijd, beperkingen van woon-werkverplaatsingen, spreiding van de arbeidsduurverkorting, afspraken over registratie en recuperatie van meerprestaties, etcetera.

… oplossingen van werkgevers

Werkgevers zoeken die oplossingen door aanpassingen in de arbeidsorganisatie en het personeelsbeleid. De onderzochte bedrijven rekruteren gericht werknemers met verschillende leeftijden en gezinssituaties en bouwen een polyvalente werknemersgroep uit zodat die gemakkelijk werk van collega’s kunnen overnemen. Soms worden zelfs bijvoorbeeld bewust deeltijdse krachten geworven die af en toe extra uren willen presteren om zo werkpieken en onverwachte afwezigheden op te vangen. Voor de werkgever betekent dit proactief competentiebeleid dat het productieproces en dienstverlening beter verzekerd zijn, voor de werknemers meer soepelheid. Ook de technologie schept mogelijkheden voor temporele flexibiliteit: een chatomgeving voor thuiswerkers, het registreren van werktijden via internet bij afstandswerkers, bijkomende machines die het mogelijk maken te werken op gezinsvriendelijke uren, etcetera. Verder valt op dat een bedrijf met een vlakke organisatiestructuur en een empatische werkgever positiever staat tegenover temporele flexibiliteit. Dat komt omdat zowel collega’s als werkgever meer zicht hebben op de reden van afwezigheid.

Win-win kansen

De voordelen die werkgevers en werknemers in de acht onderzochte bedrijven zien in temporele flexibiliteit zijn divers. De werknemers krijgen meer vrije tijd op momenten die beter aansluiten bij hun privéleven. Werkgevers zien vooral een kans om de motivatie en betrokkenheid van hun werknemers te verhogen. Dat geeft aanleiding tot een betere kwaliteit van producten en diensten. Een ander winpunt is de mogelijkheid om werknemers aan te trekken en te behouden. Opmerkelijke win-win situaties zijn te vinden in de distributie- en dienstensector, waar werknemers dankzij de toegestane temporele flexibiliteit voltijds in plaats van deeltijds kunnen blijven werken. Deze win-win situaties zijn niet altijd evident en vragen vooral veel overleg.

De studie “Bedrijfsorganisatie en werk-privé balans. Temporele flexibiliteit: voorbeelden van win-win situaties” van de Stichting Innovatie & Arbeid vindt u in de bijlage of via de volgende link: www.serv.be/uitgaven/1614.pdf. Een gedrukt exemplaar is te bestellen bij Leen Muys, via lmuys@serv.be.