Sociale innovatie omschreven en gemeten

Dit rapport beschrijft een theoretisch construct voor het monitoren van sociale innovatie in organisaties en de empirische relatie met organisatieprestatie en ziekteverzuim.

TNO Kwaliteit van Leven

P.R.A. Oeij, K.O. Kraan , F. Vaas

2009

57 pagina’s

Samenvatting
Sociale innovatie wordt gedefinieerd als een strategisch ingegeven vernieuwing op het terrein van organiseren en / of organisatiegedrag, c.q. gedrag in organisaties en is op te vatten als een vermogen van de organisatie. Dit vermogen kan bestaan uit vier bronnen: strategische oriëntatie, flexibel werken, slimmer organiseren en product-marktverbetering. De definitie is gebaseerd op de theorie van de ‘resource based view of the firm’.

Analyse van het WEA 2008 bestand wijst uit dat Nederlandse organisaties ‘enigszins’ actief zijn met sociale innovatie: zij hebben totaalgemiddeld een score van 3.5 op een schaal van 1-5. Profit organisaties zijn vaker sociaal innovatief dan non-profit organisaties. Organisaties zijn het vaakst actief met product-marktverbetering en het minst vaak met flexibel werken. Naarmate organisaties vaker actief zijn met sociale innovatie is de organisatieprestatie beter. Daarentegen heeft sociale innovatie geen aantoonbaar effect op het ziekteverzuimpercentage.

De conclusie luidt ten eerste dat het theoretische construct van sociale innovatie geschikt is voor monitoring onder organisaties. Ten tweede is het effect van sociale innovatie op organisatieprestatie het grootst indien organisaties op meerdere bronnen tegelijkertijd actief zijn. Aanbevolen wordt met name interventies te ontwikkelen op het gebied van slimmer organiseren en flexibel werken vanwege de relatief grote kans op toename van het effect op organisatieprestaties.

Het rapport Sociale innovatie omschreven en gemeten (2009) van P.R.A. Oeij, K.O. Kraan en F. Vaas is te vinden in de bijlagen.