Sleutelrol HR in sociale innovatie

2010 – Een interview met Ton de Korte, directeur van het Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie (NCSI) over vier jaar NCSI en over de rol van HR voor de totstandkoming van sociale innovatie.

De oprichting van het NCSI

In 2006 was er een hoogconjunctuur en krappe arbeidsmarkt. Hoogleraar Henk Volberda (Erasmus Universiteit Rotterdam) had wetenschappelijk aangetoond dat het succes van innovaties voor driekwart samenhangt met innovaties op het gebied van samenwerken, procesinrichting en verandermanagement.

Vanuit het Innovatieplatform kwam er geld voor een eerste verkenning naar draagvlak voor een Centrum voor Sociale Innovatie, waarvoor Ton de Korte, toentertijd werkzaam bij adviesbureau Berenschot, werd ingeschakeld. Toen de fase kwam waarin een directeur werd gezocht vond hij het intussen zo leuk dat hij besloot zelf mee te solliciteren.

HR-directeuren van grote bedrijven en organisaties hebben zich hard gemaakt voor financiële steun aan het NCSI. Ze werden lid van de programmaraad en oefenden rechtstreeks invloed uit op de koers van het NCSI. Andere financiële middelen komen van de ministeries van EZ, SZW en OC&W in ruil voor allerlei activiteiten en projecten.

HR en sociale innovatie

De inhoudelijke en financiële betrokkenheid van HR-directeuren bij het NCSI wekt de indruk dat sociale innovatie een vanzelfsprekendheid is voor HR. Dat is niet zo. In veel organisaties zit de HR afdeling vast in traditionele denkkaders en ziet men de eigen rol als pacificerend aan de organisatie. Voor sociale innovatie is een cultuuromslag nodig, waar HR bij kan helpen. Wanneer binnen de organisatie de basale HR-taken goed zijn ingericht, ligt de weg naar de top open. Daar wordt de visie op sociale innovatie ontwikkelt en daar hoort HR mee te praten.

Het NCSI is een netwerkorganisatie en dus is het niet altijd duidelijk waar de organisatie ophoudt of begint. Velen werken deeltijd, maar het NCSI werkt ook met uitzendkrachten, interimmers, zzp’ers, pensionado’s, stagiaires en dienstverbanders. Dit brengt vragen met zich mee als: ‘wie hoort erbij?’ ‘Wanneer ben je verantwoordelijk voor het welzijn en gezondheid van de medewerkers?’ ‘Hoe zit het met aansprakelijkheid en intellectueel eigendom van de producten van samenwerking?’ Ton de korte vind dat HR voorop moet lopen bij het beantwoorden va dit soort vragen. Bij het NCSI is het zo dat iedereen die met @ncsi als e-mailadres is aangesloten op het interne kantorennetwerk bij de organisatie hoort.

Het NCSI vier jaar later

Het EIM doet nu in opdracht van het innovatieplatform binnen het MKB onderzoek naar het effect van sociale innovatie en meet met Volberda vergelijkbare resultaten.

In het MKB zijn er innovatievouchers die het NCSI heeft geïnitieerd, die MKB bedrijven helpen en stimuleren sociale innovatie in te voeren. Met vouchers van 2.500 of 7.500 euro kan men adviseurs inhuren om innovaties op het gebied van mobiliteit, flexibiliteit, arbeidsvoorwaarden, competentiemanagement, enz.

Vorig jaar sloeg de recessie genadeloos toe. Juist door deze recessie kwam bij veel bedrijven sociale innovatie hoog op de agenda staan, omdat nieuwe arbeidsrelaties, variabel belonen en arbeidsproductiviteit tot een betere concurrentiepositie kunnen leiden. Tegelijkertijd zijn er partijen geweest die voor een traditionelere crisisaanpak hebben gekozen, zo zijn er in die tijd leden van de programmaraad verloren.

Leden van de programmaraad en de ministeries hebben zich voor vier jaar vastgelegd voor de financiële ondersteuning van het NCSI. Dit jaar, in 2010, vindt er een evaluatie plaats. Het NCSI wil uiteraard door. Zonder het recent gestopte innovatieplatform moet het NCSI haar meerwaarde op eigen kracht aantonen.

Bronvermelding

Zie voor het artikel sleutelrol HR in sociale innovatie. Onder druk wordt alles vloeibaar. (2010) van J.Kloeze uit Gids voor Personeelsmanagement 7/6/2010.

Keywords: sociale innovatie