Ontwikkelingscheque, uitwerking Advies Denktank Leren en Werken

2011 – In haar advies “Tijd voor ontwikkeling“ stelt de denktank Leren en Werken voor om het leven lang leren in Nederland een impuls te geven door invoering van een opleidingscheque. Dit is een vorm van een leerbudget waarbij een bedrag rechtstreeks ter beschikking wordt gesteld aan het individu om (deels) naar eigen inzicht te besteden aan (bepaalde) leeractiviteiten. Onderzoek heeft aangetoond dat dergelijke individuele leerbudgetten stimuleren om leeractiviteiten te ontplooien welke anders achterwege zouden blijven. Door middel van deze cheque wil de denktank het voor volwassenen aantrekkelijker maken om zichzelf te blijven ontwikkelen, een bijdrage leveren aan bevordering van de leercultuur en individuen bewuster maken van het rendement van aanvullende scholing op de loopbaanontwikkeling. In deze studie wordt een concreet voorstel voor een dergelijke opleidingscheque in drie stappen uitgewerkt: theoretische principes met aanknopingspunten, leerpunten van een ontwikkelingscheque en het uitvoeringsmodel.

Een inschatting van de benodigde middelen vanuit de overheid, O&O (opleiden en ontwikkelen) fondsen of werkgevers leidt al snel tot de conclusie dat de invoering van een ontwikkelingscheque voor alle werkenden financieel geen haalbare kaart is. Een verdere inperking van de doelgroep lijkt daarom al noodzakelijk om een eerste stap te kunnen zetten. Een mogelijk uitgangspunt daarbij is de urgentie om deelname aan een leven lang leren te stimuleren het grootst is voor laagopgeleide werknemers in sectoren waar de werkgelegenheid nu en in de toekomst krimpt. Bij werkenden zonder start (arbeids)kwalificaties is de deelname aan het leven lang leren erg laag. Hiervoor zou het model voor de ontwikkelingscheque op een aantal punten moeten worden aangepast zoals besteding van de cheque aan functiegerichte leeractiviteiten. De lessen die getrokken zijn uit de eerdere opleidingschequeprojecten, de gesprekken met experts en enkele theoretische inzichten zijn o.a. dat een opleidingscheque het beste werkt als: 

  • Het individu de cheque als waardevol beschouwt;
  • De cheque een goed op het bestedingsdoel afgestemde naam heeft;
  • De cheque voldoende is om een aanzienlijk deel van de leerkosten te betalen;
  • De cheque voor beperkte tijd geldig is zodat de prikkel voor toepassen groter is;
  • Idealiter wordt de cheque opgenomen als integraal onderdeel van een persoonlijk ontwikkelingsplan of een soortgelijk ontwikkeltraject;
  • Laag opgeleide werknemers dienen aanvullende en de juiste (persoonlijke) begeleiding te krijgen voor het succesvol laten verlopen van het leertraject.

Het voorgestelde model voor de opzet van de ontwikkelingscheque gaat uit van twee stapelbare cheques, elk ter waarde van 500 euro, die jaarlijks aan werknemers worden gegeven. De ene cheque wordt gefinancierd door de overheid en de andere door het O&O fonds of de werkgever, beide zijn maximaal drie jaar geldig. Op deze manier kan de ontvanger cheques stapelen voor duurdere leeractiviteiten, maar voorkomt de termijn van drie jaar afstel door uitstel. Ook zorgt de gedeelde financiering voor gezamenlijke betrokkenheid van overheid en sociale partnes. De cheques worden uitgegeven door een bestaande overheidsinstantie waardoor de uitvoeringskosten beperkt blijven. De ontwikkelingscheque mag worden besteed aan niet functiegerichte leeractiviteiten en andere activiteiten gericht op loopbaanontwikkeling.

Verwijzing: Breugel, G. Van, Dohmen, D., Grip,  A. de (2011)  Ontwikkelingscheque, uitwerking Advies Denktank Leren en Werken.  Maastricht: Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt School of Business and Economics. Het volledige artikel is opgenomen als bijlage (PDF).

Brontype: Onderzoeksrapport / artikel
Sectorindeling: Niet specifiek te benoemen
Thema: Duurzame inzetbaarheid, slimmer werken, sociale innovatie, talentontwikkeling