Massaontslag is vaak kuddegedrag

Het ontslaan van grote groepen werknemers tijdens een recessie mag logisch klinken, heel slim is het niet. Het maakt bedrijven minder innovatief, demoraliseert werknemers en is slecht voor het imago.

Massaontslagen horen bij een recessie zoals vallende bladeren bij de herfst. Dat Deutsche Post 5.400 banen schrapt, NXP 4.500 en Philips 1.600 is erg pijnlijk voor de betrokkenen. Maar als we de bedrijven moeten geloven, zijn grootscheepse reorganisaties in tijden als deze een noodzakelijk kwaad.

Maar waar dwarrelend dood loof en de herfst onafscheidelijk zijn omdat de wetten der biologie dat nou eenmaal zo hebben bepaald, kunnen bedrijven er in tijden van economische neergang voor kiezen om wel of niet tot een reorganisatie over te gaan.

‘Het is de makkelijkste en minst creatieve oplossing. Daarom kiezen zoveel bedrijven ervoor’, zegt Gerard Evers van de Organisatie voor Strategisch Arbeidsmarktonderzoek (OSA). ‘Zonde, want ze hebben veel meer mogelijkheden die op termijn geld kunnen besparen en die het bedrijf geen negatief imago bezorgen. Het tijdelijk uitlenen van mensen aan andere bedrijven via mobiliteitscentra is daar een van.’

Dat die andere opties de moeite van het bestuderen waard zijn, blijkt uit veel, vooral Amerikaanse, studies naar de gevolgen van massaontslagen. Deze werden veelal uitgevoerd in de perioden volgend op de recessie van de jaren tachtig en de neergang na het uit elkaar spatten van de internetzeepbel in 2001.

Darrell Rigby bijvoorbeeld, partner bij het Amerikaanse consultancybureau Bain & Company, concludeerde na een onderzoek onder 288 van de 500 grootste Amerikaanse bedrijven in 2001 dat massaontslagen op termijn in elk geval niet leiden tot betere prestaties.

In sommige gevallen – wanneer meer dan 15 procent van het personeel werd weggesneden – presteerden bedrijven zelfs slechter.

‘Mensen ontslaan kost veel geld, en hen weer aannemen ook’, aldus Evers.

Aan de hand van een voorbeeld schets Ton Wilthagen, arbeidsmarktexpert van de Universiteit van Tilburg, wat er kan gebeuren als je te veel vakmensen ontslaat. ‘De Amerikaanse vliegtuigbouwer Boeing ontsloeg in de vorige recessieperiode meteen werknemers, terwijl Airbus in Duitsland dat niet deed en onder meer werktijdverkorting (het tijdelijk in de WW parkeren van personeel, red.) hanteerde. Toen de industrie weer aantrok, beschikte Airbus nog over de benodigde vakmensen, terwijl Boeing die kwijt was. Daardoor heeft Airbus lange tijd een veel betere positie gehad.’

Maar er zijn meer redenen om zeer terughoudend te zijn met het tegelijkertijd op straat zetten van forse aantallen werknemers. De innovatieve kracht van bedrijven, noodzakelijk om op lange termijn te overleven, holt achteruit na grote reorganisaties. ‘De werknemers die mogen blijven, gaan risicomijdend gedrag vertonen’, zegt Evers. ‘Dat is funest voor de creativiteit.’

Ook uit onderzoek dat Deborah Dougherty en Edward Bowman al in 1995 publiceerden in California Management Review blijkt dat grote reorganisaties slecht zijn voor de innovatiekracht van ondernemingen. Niet alleen wordt de top van het bedrijf zo in beslag genomen door het wegsnijden van banen dat er voor innovatie geen aandacht meer is, ook de voor vernieuwing zo cruciale formele en informele samenwerkingsverbanden worden kapot gemaakt, stellen de twee Amerikanen.

Dat veel bedrijven de laatste tijd toch hebben besloten mensen te ontslaan, is volgens Evers deels toe te schrijven aan kuddegedrag. ‘Veel werkgevers lopen in deze periode als lemmingen achter elkaar aan naar de rand van het ravijn. Als iedereen mensen ontslaat, zal het bij ons ook wel nodig zijn, denken ze.’

Er mogen veel redenen zijn om terughoudend te zijn met ontslag, het aanhouden van een overcapaciteit aan mensen, het zogenaamde hoarding, kost ook veel geld, stelt Marc De Vos van het Belgische Itinera-instituut, een denktank die zich bezighoudt met duurzame economische groei en sociale bescherming. ‘In een laagconjunctuur kunnen bedrijven dat maar in zeer beperkte mate.’

Dat massaontslagen tijdens een recessie ook positief uit kunnen pakken, blijkt bovendien uit het voorbeeld van General Electrics, dat in de jaren tachtig meer dan 100 duizend werknemers ontsloeg. Toenmalig topman van het bedrijf Jack Welch, die aan de achtereenvolgende saneringsrondes, de bijnaam Neutron Jack overhield, wist de verkopen van het bedrijf in de periode van de bezuinigingen te verdrievoudigen. Het leverde hem, naast zijn bijnaam, ook de status van managementgoeroe op.

Massaontslag moet je als bedrijf alleen doen als je echt niet anders meer kunt, stellen Bowman en Dougherty. Voor werknemers van bedrijven die al zover zijn, biedt onderzoek uit 2004 van de Amerikanen William Baumol en Alan Blinder hoop. Zij stelden vast dat bedrijven niet doen wat ze zeggen. Bij ruim de helft van de 133 bedrijven die in 1990 zeiden massaontslagen door te voeren, bleek acht jaar later het personeelsbestand juist flink te zijn uitgedijd.

Bron: De Volkskrant.nl, 25 november 2008