Het kan nauwelijks slechter. De ambities van SER-voorzitter Rinnooy Kan.

2008 – Volgens SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan kunnen we op het gebied van het percentage vrouwelijke arbeidsbevolking van de potentiele arbeidsbevolking nog veel leren van Noorwegen. Hij wil meer vrouwen aan het werk, een vierdaagse werkweek kan daarbij helpen. ‘Talent blijft te vaak hangen in de hoofden. Sociale innovatie ontsluit dit potentieel.’

Uit een recent onderzoek van McKinsey blijkt dat Europese bedrijven met meer vrouwen in het management beter presteren. Diversiteit levert innovatiekracht. In Nederland bedraagt de totale beroepsbevolking als percentage van de potentiële beroepsbevolking nu 72. Een participatiegraad van 80 procent is het streven van de politiek. Dit is niet onhaalbaar, uit onderzoek blijkt dat 1 miljoen vrouwen die nu aan de kant staan, wel aan de slag willen. ‘Ik zie dit als onderdeel van de participatieagenda voor de middellange termijn’ aldus Rinnooy Kan. We hebben het hier over een in de cultuur ingebakken probleem. Als het gaat om vrouwen in het bedrijfsleven, heeft Nederland een wonderlijke en slechte reputatie in Europa. Het gaat om een grote groep vrouwen, zowel in topfuncties, als ook in het algemeen.

In Nederland verlaten meer vrouwen dan mannen het bedrijf om ergens anders aan de slag te gaan of hun eigen bedrijf op te zetten. Ze vinden dat ze te weinig uitdagingen en carrièrekansen krijgen. Het resultaat is dat het percentage vrouwelijke ondernemers in Nederland boven het Europese gemiddelde ligt, terwijl het percentage vrouwen in raden van bestuur er ruim onder ligt.’ Nederland kan op dit gebied veel van Noorwegen leren. Het aantal vrouwelijke commissarissen in Noorwegen ligt tussen de 15 en 40 procent, terwijl dit in Nederland slechts 7% betreft. ‘Ook op het gebied van deeltijdwerk is er nog veel winst te halen,’ aldus Rinnooy Kan.

De rol van HRM

Participatie is de kernopgave van hrm. Het gaat erom mensen beschikbaar te krijgen voor passende banen, gemotiveerd en inzetbaar te houden, en hen de kans geven hun talenten te ontwikkelen. Sociale innovatie is rechtstreeks gekoppeld aan arbeidsverhoudingen. Het gaat erom dat er een beter en breder beroep wordt gedaan op de creativiteit en het verbeteringspotentieel dat huist in de bestaande medewerkers. Talent blijft te vaak hangen in de hoofden en de fantasie van de mensen. Sociale innovatie ontsluit dit potentieel.’  Vaak hebben bedrijven niet door welke mogelijkheden er allemaal onbenut blijven door niet permanent te verbeteren. Ik geloof wat dit betreft sterk in het zichtbaar maken van het veranderingspotentieel. Bedrijven zouden eerst kunnen gaan experimenteren op deelterreinen.

‘Verder kunnen de beschikbare mogelijkheden beter benut worden. Ik denk dat er veel bereikt kan worden met het 4/4-model: de vrouw en de man gaan allebei vier dagen werken en één dag voor de kinderen zorgen. Voor de resterende drie doordeweekse dagen wordt elders opvang gezocht. Voor de werkgevers kan het 4/4-model ook positief zijn. Er zijn verschillende grote bedrijven die deze vierdaagse werkweek stimuleren.’

Bronvermelding

Het volledige artikel ‘Het kan nauwelijks slechter’ De ambities van SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan (2008) door Ton Verheijen in Intermediair PW (29-01-2008) is opgenomen als bijlage.