Changes to believe in: flexibel organiseren, dynamisch managen en slimmer werken

2009 – De positie van de groothandel ondervindt continue druk vanuit de markt, omdat leveranciers altijd de optie hebben de goederen zelf bij de eindgebruiker te bezorgen. Daarnaast heeft de groothandel structureel te kampen met een tekort aan technisch personeel dat ook commercieel inzetbaar is. Weinig instroom naar het technisch onderwijs en imagoproblemen van vermeend zwaar en betrekkelijk matig betaald werk zijn hier de oorzaak van. De groothandel richt zich steeds meer op advisering, kennisdeling en het bieden van totaaloplossingen aan klanten; hiervoor zijn juist goed opgeleide en gemotiveerde werknemers nodig. Om de concurrentieslag om goed personeel niet te verliezen, zal de groothandel haar imago moeten verbeteren en zich meer profileren als interessante sector om in te werken. Daarom is naast technische innovatie ook sociale innovatie belangrijk voor de sector.

Dit onderzoek richt zich op de mate waarin de groothandel investeert in sociale innovatie, zodat door bevordering hiervan tijdig en gericht kan worden geanticipeerd om ontwikkelingen in de omgeving. Daarnaast dient dit rapport als handvat voor de brancheorganisaties om de sociale innovatie deur te openen zodat sociale innovatie en de kansen die het kan bieden meer bekendheid krijgt binnen de sector.

Doel

Dit onderzoek heeft als doel: meer inzicht verkrijgen in de stand van zaken op het gebied van sociale innovatie in de Nederlandse groothandelssector en vervolgens aangeven op welke noodzakelijke voorwaarden voor sociale innovatie nog beter kan worden ingespeeld, zodat het imago en de concurrentiepositie van de sector wordt verbeterd.

Onderzoeksvraag

Wat is de stand van zaken op het gebied van sociale innovatie in de Nederlandse groothandelssector en op welke noodzakelijke voorwaarden voor sociale innovatie kan nog beter worden ingespeeld?

Aanpak

In dit onderzoek wordt het verschijnsel sociale innovatie bestudeerd binnen de natuurlijke omgeving van de Nederlandse groothandel en het heeft een praktijkgerichte doelstelling. Het onderzoek is derhalve – ondanks dat er ook kenmerken van een survey in zitten – als onderzoeksvorm te typeren als een casestudy. De centrale functie van dit onderzoek is te typeren als verkennend en beschrijvend, daarnaast bevat het ook probleeminventariserende en diagnostische aspecten

Het onderzoek geeft antwoord op de volgende vragen:

1.

Waar staat de Nederlandse groothandel momenteel op het gebied van sociale innovatie?

2.

Aan welke noodzakelijke voorwaarden voor sociale innovatie wordt al voldaan en op welke kan nog beter worden ingespeeld?

3.

Is er een verband tussen wat de werknemers willen op het gebied van innovatie en de in gang gezette innovatieve ontwikkelingen?

4.

Is er een verband tussen enerzijds „duur werkzaam in de huidige functie?, „duur werkzaam in de organisatie? en „leeftijd? en anderzijds de veranderingsbereidheid van de werknemers?

5.

Is er samenhang tussen wat enerzijds de medewerkers willen op het gebied van innovatie en anderzijds wat de leidinggevenden willen op dit gebied?

Resultaten

Geconcludeerd kan worden, dat sociale innovatie nog steeds een behoorlijk onbekend begrip is in de groothandelssector. De dynamische omgeving van de groothandel, dwingt de sector voortdurend tot aanpassing en vernieuwing. De groothandel is op het gebied van technische innovatie zelfs veel innovatiever dan de andere sectoren van het Midden- en Kleinbedrijf. Hieruit zou de voorzichtige conclusie kunnen worden getrokken, dat de werknemers in de groothandel eigenlijk wel gewend zijn aan verandering en vernieuwing en in zekere mate gemotiveerd zijn om hier positief aan bij te dragen.

Deze conclusie wordt ondersteund door de resultaten van het praktijkonderzoek bij de onderzoeksorganisatie. Op basis van dit praktijkonderzoek kan worden geconcludeerd dat in deze groothandel de noodzakelijke voorwaarden voor sociale innovatie sluimeren, maar dat de leiding en de medewerkers er nog niet echt bewust van zijn in termen van sociale innovatie en van de voordelen die het kan opleveren. Op alle noodzakelijke voorwaarden voor sociale innovatie kan dan ook nog veel beter worden ingespeeld door de groothandel. Hoewel, gezien de beperkte omvang van het praktijkonderzoek, zal aan uitspraken over de hele groothandelssector uiteraard de nodige voorzichtigheid moeten worden verbonden.

De theoretische benadering van overtuiging leverde een effectief raamwerk om de oriëntaties van de respondenten in kaart te brengen. Het onderzoeksmodel bleek voldoende validiteit te hebben voor verantwoorde resultaten bij de onderzoeksorganisatie. De groothandel is, zoals al eerder gesteld, sterk afhankelijk van technische innovatie. Door nu serieus werk te maken van sociale innovatie, zullen op termijn technische innovaties nog beter uit de verf komen. Het imago van de groothandel zal er door verbeteren, waardoor het gemakkelijker wordt om goede werknemers te boeien, te binden en aan te trekken. Constante vernieuwing garandeert immers niet alleen het voortbestaan van de organisaties in de groothandelssector, maar ook de banen van de mensen die er werkzaam zijn.

Het onderzoeksrapport Changes to believe in: flexibel organiseren, dynamisch managen en slimmer werken (2009) van L. Hopster is te vinden in de bijlagen.

Keywords: flexibel organiseren, dynamisch managen, slimmer werken