Assessing the artificially intelligent workplace:

an ethical framework for evaluating experimental technologies in workplace settings.

2023 – Experimentele technologieën, waaronder AI en robots, zorgen voor een revolutie in veel soorten werk. Bijvoorbeeld in het logistieke warehouse is sprake van een golf van nieuwe technologieën, zoals geautomatiseerde pick tools, collaboratieve robots en exoskeletten; dit heeft gevolgen voor functies en voor het welzijn van werknemers.

Het is niet altijd mogelijk om de effecten van dergelijke nieuwe technologieën te voorspellen, omdat ze inherente onzekerheden en onbedoelde gevolgen hebben. Vandaar dat hun introductie op werkplekken kan worden opgevat als een ‘sociaal experiment’. Dit artikel heeft tot doel een reeks ethische richtlijnen te schetsen voor het introduceren van experimentele technologieën op werkplekken.

Het artikel bouwt voort op het algemene kader voor de beoordeling van nieuwe experimentele technologieën van Van de Poel en het vertaalt dat kader naar een meer specifieke werkcontext. De vijf principes zijn: niet-schadelijk, welzijn bevorderend, verantwoordelijkheid, autonomie en rechtvaardigheid. Elk van deze principes wordt toegepast op werkplekken in het algemeen, en specifiek op het logistieke warehouse, als een casestudy. In de discussie wordt een bijzondere focus gelegd op de potentiële schade én de voordelen voor werk.

Conclusies

Samengevat luiden de conclusies als volgt.

Momenteel is de focus bij het implementeren van nieuwe technologieën zoals AI, robots en andere vormen van automatisering gericht op het realiseren van efficiëntie, productiviteit en kostenreductie.

De auteurs pleiten er voor dat menselijke factoren en ethische aspecten even belangrijk zijn en dat regelgeving met betrekking tot nieuwe technologieën moet worden ingevoerd of afgedwongen.

Logistieke warehouses zijn in dit paper beschreven als casestudies om het pleidooi te illustreren. Maar soortgelijke problemen zullen zich ook in andere werkcontexten voordoen.

De schrijvers bespreken twee mechanismen die in de praktijk een sleutelrol kunnen spelen. Een daarvan is de ontwikkeling van wetgeving en concrete regelgeving op te stellen in samenwerking met beleidsmakers, marktleiders en technologie-experts. Ook is een meer informeel mechanisme van belang: het ontstaan van sociale normen met betrekking tot nieuwe technologieën. Van belang is ook om medewerkers te betrekken bij het proces van verandering en toepassing van nieuwe technologie. Dit biedt de kans voor medewerkers om te experimenteren met nieuwe technologie; om uit te zoeken hoe de robot of cobot de eentonige en zware taken kan doen en de medewerkers de uitdagende, cognitieve, creatieve taken. Hierdoor kunnen werknemers hun vaardigheden verbeteren. En bij een extra beloning voor goede resultaten, zullen zij de innovatie makkelijker accepteren en zal de weerstand en het risicomijdend gedrag verminderen.

In de ogen van de auteurs zou technologische ontwikkeling niet alleen top-down moeten geschieden maar in samenwerking met medewerkers. De in dit paper geformuleerde ethische principes, geïnspireerd door Van de Poels’s baanbrekende werk op het gebied van technologie-implementatie, opgevat als een vorm van sociaal experimenteren, kunnen hierbij ondersteunend zijn.

Referentie

Ziagul Hosseini1 · Sven Nyholm2 · Pascale M. Le Blanc · Paul T. Y. Preenen3 · Evangelia Demerouti (2023): Assessing the artificially intelligent workplace: an ethical framework for evaluating experimental technologies in workplace settings. Springer, AI and Ethics https://doi.org/10.1007/s43681-023-00265-w