Advies over Innovatieve arbeidsplaatsen als grondslag voor productief en kwalitatief hoogstaand werk

2011 – Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 16 september 2010 besloten om een initiatiefadvies op te stellen over “Innovatieve arbeidsplaatsen als grondslag voor productief en kwalitatief hoogstaand werk”. Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft op 15 maart 2011 een advies uitgebracht. Dit advies bevat de volgende onderdelen:

  • Aanbevelingen
  • Innovatieve arbeidsplaatsen – de betekenis ervan voor de economische groei, voor  duurzame productiviteit en voor de kwaliteit van het werk;
  • Nieuwe groeifactoren en verandering van de arbeidscultuur;
  • Innovatieve arbeidsplaatsen.

Hieronder worden de aanbevelingen kort samengevat. In de bijlage treft u het volledige advies.

Aanbevelingen
Naar mening van het Comité is het de taak van de Europese Unie om alle lidstaten en ondernemingen te steunen bij hun pogingen om innovatie op de werkplek te bevorderen. Gebieden die in aanmerking komen voor verdere ontwikkeling zijn arbeidsprocessen, arbeidsorganisatie, werkmethoden & arbeidsmiddelen, fysieke arbeidsomstandigheden, beroepsvaardigheden & werkwijzen van werknemers en leiding & management.

Het Comité stelt voor om het basisbegrip “innovatieve arbeidsplaats" duidelijk te definiëren. Het ontbreken van een algemeen geaccepteerd begrip zou wel eens een van de redenen kunnen zijn waarom in de beleidsdocumenten van de EU tot nu toe maar weinig aandacht is besteed aan innovatieve activiteiten op de werkplek.

Het Comité stelt de Commissie voor om meer evenwicht aan te brengen in de Europa 2020-strategie door van start te gaan met een proefproject op het gebied van innovatieve arbeidsplaatsen in het kader van het vlaggenschipinitiatief “Innovatie-Unie". In dit project zal verbetering van de kwaliteit van het beroepsleven voorop moeten staan.

Het Comité vindt het zorgwekkend dat de EU veel middelen vrijmaakt voor het ontwikkelen van geavanceerde technologie en productinnovaties, terwijl innovatieve initiatieven op de werkplek er bekaaid afkomen. Naar mening van het Comité zal het innovatiebeleid zich meer moeten concentreren op de vraag hoe de verschillende actoren hun onderlinge samenwerking ter bevordering van innovatieve arbeidsplaatsen kunnen intensiveren en hoe ze daarmee het concurrentievermogen en het welvaartspeil in de EU kunnen verhogen.

Naar het oordeel van het Comité moeten we ons bij de beoordeling van het innovatiebeleid concentreren op de vraag hoe de vaardigheden op de werkplek benut en ontwikkeld kunnen worden en mogen we ons niet louter richten op het reservoir aan geschoolde arbeidskrachten. Evenzo belangrijk is het om de aandacht te vestigen op de arbeidsomstandigheden, de arbeidsvoorwaarden en de werkomgeving.

Er zal rekening moeten worden gehouden met het feit dat de ontwikkeling van het innovatiebeleid zich per lidstaat in een verschillend stadium bevindt. Naar de mening van het Comité zal de Commissie de landen die nog niet zoveel ervaring hebben met het doorvoeren van innovaties in ondernemingen en organisaties, mogelijkheden en een kader moeten bieden om een nieuwe kennisbasis op te bouwen (bijv. met behulp van beste practices en projecten voor wederzijds leren).

Het Comité benadrukt dat het belangrijk is om het debat over innovatieve arbeidsplaatsen op de verschillende Europese fora, in de lidstaten en in de ondernemingen en organisaties voort te zetten. Het Comité zelf speelt een cruciale rol bij het streven om de sociale partners, de maatschappelijke organisaties en meer in het algemeen de besluitvormers te doordringen van de noodzaak van beleidsmaatregelen ter bevordering van innovatieve arbeidsplaatsen.

Zie voor het volledige advies de bijlage of kijk voor meer informatie op: https://www.eesc.europa.eu/?i=portal.en.soc-opinions.14984

Bronvermelding
Advies over innovatieve arbeidsplaatsen als grondslag voor productief en kwalitatief hoogstaand werk, Europees Economisch en Sociaal Comité, Brussel,15 Maart 2011.

Keywords: sociale innovatie, innovatie & innovatievermogen, internationaal.