Job quality and digitalisation

ETUI working paper 2024.01

2024 – In een nieuw Workingpaper, uitgegeven door het European Trade Union Institute (ETUI), wordt gerapporteerd over een onderzoek naar de impact van digitalisering op kwaliteit van de arbeid.

Het toenemende gebruik van digitale technologieën op de Europese werkplekken valt niet te ontkennen, maar de precieze impact ervan op de arbeidswereld moet nog worden bepaald. Er bestaat een groeiende consensus over de ingrijpende effecten van digitalisering op de structuur van de werkgelegenheid. Onderzoek wijst op veranderingen in de taakinhoud van banen en de automatisering van sommige vormen van menselijke arbeid, gepaard gaande met de opkomst van geheel nieuwe beroepen en functies. (Frey en Osborne 2013).

Onderzoeksvragen

Maar wat is, afgezien van de structurele veranderingen, tot nu de impact geweest op de kwaliteit van het werk en de ervaringen van werknemers op het werk? Wat zijn de verschillen in baankwaliteit tussen gedigitaliseerde en niet-gedigitaliseerde werkomgevingen in anderszins vergelijkbare soorten banen? Dit werkdocument heeft tot doel dergelijke vragen te beantwoorden door empirisch bewijs te leveren om enkele van de veronderstelde effecten van technologie die in de literatuur naar voren zijn gebracht, te testen.

 

Theorie en methodologie

De impact van digitalisering is geconceptualiseerd op basis van twee theoretische benaderingen. Eén richt zich op de impact van geautomatiseerde systemen en algoritmisch beheer op de werktijd, taaktoewijzing en werkintensiteit; de andere kijkt naar de digitalisering op het werk in termen van verschuivingen in taakeisen en middelen voor werknemers.

De impact op de baankwaliteit werd gemeten op basis van de multidimensionale Europese Job Quality Index. De analyse had betrekking op de 27 EU-lidstaten en was gebaseerd op gegevens uit de EWCTS van 2021.

 

Resultaten op hoofdlijnen

De resultaten bieden een empirische onderbouwing van de beweringen over de ontwrichtende impact van digitalisering op bestaande tijdregimes op het werk. Uit de analyse bleek met name dat de effecten van geautomatiseerde systemen op het werk onder meer onvoorspelbare, hectische en intensievere werkritmes omvatten, en ook het overschrijden van de grenzen van betaald werk, langere werktijden en een slechter evenwicht tussen werk en privéleven. Al deze effecten werden gevonden voor vergelijkbare werknemers in vergelijkbare banen, waarbij een van de belangrijkste verschillen de omvang van het technologiegebruik en de invloed ervan op het werk is. Dit is dus in lijn met de stelling dat door de digitalisering de werktijd meer ‘geatomiseerd’ en ‘gepreciseerd’ wordt, waardoor het voor werkgevers mogelijk wordt gemaakt om betaald werk tot een minimum te beperken en de hoeveelheid werk strakker te koppelen aan de personeelsbezetting. Werknemers passen zich aan en leveren betrouwbaar door hun beschikbaarheid uit te breiden, zoals gesteld in Piasna (2023a).

Bovendien bracht de analyse een complexe relatie aan het licht tussen het doordringen van geautomatiseerde systemen op de werkplek en de middelen en onderhandelingsmacht van werknemers. Bijvoorbeeld, digitalisering wordt geassocieerd met grotere inkomenszekerheid (gemeten als voorspelbaarheid van de inkomsten) en betere carrièrevooruitzichten, maar tegelijkertijd met minder werkzekerheid. Dit komt overeen met de ontbinding van bepaalde bedrijfsmodellen die gebaseerd zijn op stabiele werkgelegenheid, ten gunste van grotere fragmentatie, arbeidsmarktmobiliteit en onzekerheid (Rubery et al. 2016; Sundararajan 2016). Uit de in dit artikel gepresenteerde analyse blijkt echter dat deze uitkomsten niet alleen verband houden met een structurele transformatie van de arbeidsmarkten, maar dat het technologie gerelateerde verschil ook wordt waargenomen voor werknemers in overigens zeer vergelijkbare banen.

Bovendien betwisten de resultaten de opvatting dat digitalisering over het algemeen leidt tot een grotere autonomie van werknemers en laten ze zien dat elke toename van de discretionaire bevoegdheid van werknemers eerder het gevolg is van organisatie van het werk dan van de directe impact van technologie op hun werk. Het is zorgwekkend dat freelancers, die worden beschouwd als een relatief kwetsbare groep, die vooral wordt blootgesteld aan het werken met nieuwe technologieën, feitelijk autonomieverlies lijden als gevolg van de digitalisering, zoals voorspeld in de literatuur over de platformeconomie (De Stefano 2018; Piasna en Drahokoupil 2021).

Ten slotte werpt de analyse nieuw licht op de relatie tussen digitalisering en blootstelling aan fysieke risicofactoren, en ook op de toegang tot collectieve vertegenwoordiging. Hoewel sommige traditionele fysieke risico’s en eisen minder vaak voorkomen bij werknemers die computers gebruiken op het werk, ontstaan er in plaats daarvan nieuwe risico’s die specifiek verband houden met automatisering en langdurig gebruik van personal computers. Daardoor wordt de behoefte aan verder onderzoek naar deze trends en passende regelgeving  als antwoord, groter. Daarentegen ontstaat er een optimistischer beeld in termen van toegang tot de stem en vertegenwoordiging van werknemers, dat toeneemt naarmate de intensiteit van het computerwerk op het werk toeneemt.

De richting van deze relaties kon met de beschikbare gegevens echter niet worden bepaald. Met andere woorden: het valt nog te bezien of werkplekken met robuustere mechanismen voor werknemersvertegenwoordiging eerder nieuwe technologieën zullen adopteren. Of dat toegang tot nieuwe communicatiekanalen in gedigitaliseerde omgevingen een gevoel van gedeelde identiteit en gemeenschappelijke belangen onder werknemers kan bevorderen – zoals gepostuleerd door Vandaele en Piasna (2023) – en zo de betrokkenheid en participatie in formele vertegenwoordigingskanalen vergroten. Ongeacht de specifieke mechanismen die een rol spelen, blijkt echter dat werknemers die met nieuwe uitdagingen en risico’s in verband met digitalisering worden geconfronteerd, ook de kans kunnen hebben om een meer op de werknemer gericht pad naar digitalisering te bewandelen.

 

Referentie

Piasna, Agnieszka: Job quality and digitalization. ETUI Working paper 2024.01.

Download het Working paper via deze link:

https://www.etui.org/sites/default/files/2024-01/Job%20quality%20and%20digitalisation_2024.pdf