Langer doorwerken in goede gezondheid

2015 – In dit academisch proefschrift vat Fenna Leijten zes artikelen van haarzelf en collega’s over duurzame inzetbaarheid en gezondheid samen.

Probleemstelling en onderzoeksvragen
Deze dissertatie spitst zich toe op de invloed van werk en individuele factoren op gezondheid en meer specifiek op de impact van gezondheid op productieve en duurzame arbeid. Werknemers worden als ‘productief’ beschouwd in dit onderzoek als zij een hoog werkvermogen (work ability) hebben – dat wil zeggen een psychisch en fysiek vermogen om te werken – en een hoge productiviteit op het werk – dat wil zeggen goede kwantitatieve en kwalitatieve prestaties en geen langdurig ziekteverzuim. Duurzame inzetbaarheid houdt in: zo lang mogelijk blijven werken en dus niet voortijdig uitstappen met een arbeidsongeschiktheids- of werkloosheidsuitkering of vervroegd pensioen.
De onderzoeksvragen zijn:
1. Wat is de invloed van werk-gerelateerde factoren en betrokkenheid op gezondheid?
2. In welke mate beïnvloedt gezondheid productief werken en duurzame inzetbaarheid?
3. Veranderen werk-gerelateerde factoren en coping -stijl de invloed van gezondheid op productief werken en duurzame inzetbaarheid?

Methode
De hypotheses zijn getoetst met behulp van de data uit de ‘Study on Transitions in Employment, Ability and Motivation’ (STREAM).

In hoofdstuk 8 zijn de hoofdbevindingen omschreven, kanttekeningen en kerninzichten besproken en aanbevelingen voor verschillende stakeholders gepresenteerd. Op basis van de verschillende studies uit dit proefschrift kan het volgende geconcludeerd worden:
– Bevlogen werknemers hebben na een jaar een betere fysieke en vooral betere mentale gezondheid dan werknemers die minder bevlogen zijn;
– de positieve invloed van bevlogenheid op gezondheid is duidelijker dan dat van gunstige werkfactoren op gezondheid.
– Werknemers met een actieve en niet-vermijdende copingstijl hebben een
hoger werkvermogen dan werknemers met een niet-actieve en vermijdende
copingstijl.
– Slechte gezondheid heeft een nadelige invloed op duurzame inzetbaarheid;
de mate van invloed verschilt tussen gezondheidsproblemen, werknemers
met psychische gezondheidsproblemen hebben de laagste duurzame inzetbaarheid, de invloed van gezondheid op duurzame inzetbaarheid verschilt ook tussen facetten van duurzame inzetbaarheid, en is vooral te zien bij werkvermogen, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid.
– Gunstige psychosociale werkfactoren hebben een positieve invloed op
duurzame inzetbaarheid; dit is vooral het geval voor werknemers met gezondheidsproblemen.

Observationele longitudinale studies maken het mogelijk om verschillende
analyses toe te passen; het is echter niet altijd nodig om voor de baseline waarde van de uitkomst te corrigeren, dit hangt af van in hoeverre het onderzoek verandering in kaart tracht te brengen en van de relevantie hiervan
binnen de follow-up duur, wanneer er gekeken wordt naar effect modificatie is het vaak relevanter om te kijken of de effecten van twee determinanten samen groter zijn dan hun som, in plaats van groter dan hun product.

Toekomstig onderzoek zou kwantitatieve en kwalitatieve methoden moeten
integreren wanneer complexe processen onderzocht worden, zoals hoe ou
dere werknemers langer, gezond en productief aan het werk kunnen blijven.
Ook moet er gekeken worden naar verschillende niveaus: het individu, de
organisatie en het sociale systeem.

De bevindingen uit dit proefschrift bieden belangrijke inzichten voor het
ontwikkelen van interventies op de werkvloer. Vervolgens is er meer kennis
nodig over de effectiviteit van deze interventies. Werkgevers en werknemers moeten samen gunstige psychosociale werkomstandigheden creeren.

Aanpassingen voor werknemers met gezondheidsproblemen moeten toegespitst zijn op hun unieke disbalans; generieke aanpassingen zullen niet
altijd effectief zijn. Omdat meer werknemers te maken zullen krijgen met chronische gezondheidsproblemen op de werkvloer in de komende jaren, moet er beleid gemaakt worden dat werkgevers de ruimte geeft om gunstige psychosociale werkfactoren te stimuleren en om passende aanpassingen te maken voor werknemers.